LE Jetronic

Toegepast van 1981 tot 1988 op de 20E motor. De werking van de LE jetronic is in de basis gelijk aan L jetronic, de componenten zijn vernieuwd, verbeterd. LE is zuiniger met brandstof en minder storing gevoeliger dan de L versie.
Kabelboom is anders als bij L, luchthoeveelheidsmeter is beter gelagerd heeft een stekker met 5 pinnen in plaats van 7 pinnen bij de L versie, de brandstofpomp schakelaar in de lhm is vervallen en in de computer is meer gebruik gemaakt van IC.
Injectoren werken op 12 volt dus er zijn geen voorschakel weerstanden meer nodig, kleur van de LE injectoren is geel, bij de L zijn ze grijs.

Ontsteking werkt los van het brandstof injectie systeem met een transistor ontsteking.

Beter geregeld brandstof stuur relais, stopt de brandstof pomp als de motor niet meer loopt, met op contact +15 zetten laat de pomp even lopen. Het toerental signaal zorgt ervoor dat het relais bekrachtigd blijft, tijdens het starten als het toerental signaal zwak is wordt het relais nog geholpen door start signaal +50.

20E Motor 107pk was ook leverbaar met ongeregelde katalysator er moet dan wel octaan 95 getankt worden in plaats van octaan 98. EGR-klep was een optie voor in Duitsland Zweden en Zwitserland op de S20E motor.

Op de Duitse website Senatorman staat de werking van het Jetronic inspuit systeem uitgebreider uitgelegd. Op Opel Tuners staat een artikel over de tuning mogelijk heden van het L en LE systeem.
De computer is analoog deze kan niet gemapt worden, maar de lhm kan wel worden gemapt cg ingesteld worden om een betere mengsel verhouding te verkrijgen.
Op het Amerikaanse forum over de VW lucht gekoelde moteren Itinerant air cooled staat de werking van de Jetronic lhm uitgebreid uitgelegd.

Bij DIVALO tuning kun je motor op de rollenbank laten afstellen.

Gasklepschakelaar afstellen

De gasklep moet gesloten zijn. Verdraai zo nodig de aanslagbout voor de gasklep totdat de speling verdwenen is en draai de bout vervolgens een kwart tot een halve slag verder.

Draai de bevestigings bouten van de gasklepschakelaar los.
Verdraai de gasklepschakelaar tegen de klok in totdat een weerstand voelbaar is.
Zet de schakelaar in deze stand vast.
Wanneer de gasklep op een spleet wordt geopend moet een klik hoorbaar zijn. Wanneer de gasklep dan weer wordt gesloten moet eveneens een klik hoorbaar zijn.

Controleer dit op goede werking een versleten gasklep blijft vaak een beetje openstaan.

Motor afstellen

Motor op bedrijfs temperatuur brengen.
Eventueel eerst de kleppen en ontsteking afstellen.
Max 1% CO bij stationair toerental van 850-900rpm.
Hogere waarde gevonden? Stel de LHM met de CO stelschroef op 0,5% CO af.
Brandstof druk is 2,5 bar met vacuüm slang los van de regelaar.

• 

• 

ECU stekker K15

Pin	Gebruiker	Aansluiting
1	Injectie relais	K31 kl.1
	Bobine	L2 kl.1
2	Gasklepschakelaar	S44 kl.2
3	Gasklepschakelaar	S44 kl.3
4	Startmotor	M1 kl.50
	Injectie relais	K31 kl.50
	Koudestart injector	Y15 kl.4/1
	Thermotijd schakelaar	S62 kl.29
5	Luchthoeveelheidsmeter	P11 kl.5/1
	Koelwater temperatuur sensor	P12 kl.38
	Massa
7	Luchthoeveelheidsmeter	P11 kl.7
8	Luchthoeveelheidsmeter	P11 kl.8
9	Gasklep schakelaar	S44 kl.9/4
	Luchthoeveelheidsmeter	P11 kl.9/3
	Hulplucht klep	Y6 kl.9/2
	Injectie relais	K31 kl.87
	Injectoren	Y7 kl.31-34
10	Koelwater temperatuur sensor	P12 kl.10
12	Injectoren	Y7 kl.12/1-12/4
13	Hulplucht klep	Y6 kl.26
	Massa

Injectie relais K31

Pin	Gebruiker	Aansluiting
1	Injectie computer	K15 kl.1
	Bobine	L2 kl.1
15	Plus contactslot
30	Plus accu
31	massa
50	Startmotor	M1 kl.50
	Injectie computer	K15 kl.4
	Koudestart injector	Y15 kl.4/1
	Thermotijd schakelaar	S62 kl.29
87	Benzinepomp	M21
87B	Gasklep schakelaar	S44 kl.9/4
	Luchthoeveelheidsmeter	P11 kl.9/3
	Hulplucht klep	Y6 kl.9/2
	Injectie computer	K15 kl.9
	Injectoren	Y7 kl.31-34

LE jetronic schema

Code	Gebruiker	Lijn nr.
K15	Injectie computer	213, 225
K31	Injectie relais	207, 209
M21	Benzine pomp	211
F7	Zekering	211
P11	Luchthoeveelheidsmeter	235
P12	Temperatuur sensor	235
S44	Gasklep schakelaar	235
S62	Thermotijd schakelaar	235
Y6	Hulplucht klep	235
Y7	Injectoren geel	235
Y15	Koudestart injector	235

Stekker injectoren geel zijn genummerd met cyl 1 tot en met cyl 4.

Witte stekker en zwarten stekker worden vaak per ongeluk verwisseld, witte stekker moet op de temperatuur sensor en de zwarte stekker op de hulplucht klep.

LE jetronic bestelnummers

nr. opel	nr. GM	nr. Bosch	Omschrijving
8 15 622	90 144 512	0 280 000 301 en eindnummer 302	Computer LE Jetronic
8 36 607	90 144 513	0 280 202 030	Luchthoeveelheidsmeter
8 17 409	90 144 511	0 280 150 205	Injector (geel)
8 26 285	90 122 534	0 280 120 301	Gasklep schakelaar
8 15 505	90 215 731	0 280 160 205 en 0 280 160 239	Benzine druk regelaar
13 38 444	90 080 939	0 280 130 026	Koelwatersensor (blauw)
13 36 364	90 018 349	0 280 141 011 en 0 280 140 112	Hulpluchtklep
8 34 650	90 080 590	0 280 141 001	Luchtklep airco
		0 280 130 214	Thermotijd schakelaar
		0 280 170 042	Koudestart ventiel
		0 221 600 001	Bobine met module TZ 16 H
		0 237 020 040	Verdeler JHFU 4 (R)
8 17 480	9 281 039		Voet injectoren
8 25 359	90 156 172		Gasklep (schakelbak)
8 25 360	90 156 175		Gasklep(automaat)
8 28 447	09 281 037		Dichtung Drosselklappe-Saugrohr
	Siemens	5WK2204	Injectie relais

Werkplaatsregels bij werkzaamheden aan inspuit systeem

• Motor niet starten als de accu niet is aangesloten
• Gebruik voor het starten van de motor nooit een snellader
• Nooit bij draaiende motor accu loskoppelen
• Bij snelladen de accuklemmen losnemen
• Bij temperaturen boven 80C (droogoven) moet het regelapparaat worden uitgebouwd
• Zorg voor een goede verbinding van alle elektrische contacten
• Neem nooit de stekker van het regelapparaat los als het contact aan staat en sluit de ontkoppelde stekker ook niet aan als het contact aan staat
• Bij het meten van de compressie moet de stroomtoevoer naar het stuurrelais worden onderbroken door de relaisstekker los te trekken
• Bij laswerkzaamheden moet het regelapparaat worden uitgebouwd

Controleren van het LE jetronic inspuitsysteem

Trek de stekker uit de injectie computer, gebruik de nummering van de afbeeldingen boven aan de pagina.
Je hebt het volgende nodig om door te meten:

• Proeflamp 12V 2W met meetpennen
• Multi meter
• Toerenteller

Te testen functie of component	Testen met	Meten tussen klemmen	Tijdens het testen	Aanwijzing in orde	Aanwijzing fout of defect	Fout opsporen
Signaal klem1	testlamp	1 en 5	ontsteking ingeschakeld, motor starten	testlamp brandt zwak na ca. 1sec fel en flikkert tijdens starten	onderbreking in kabeltros	Ontsteking uitschakelen. Leiding kl. 1 vanaf multistekker tot bobine kl. 1 en leiding kl. 5 vanaf multistekker naar massaklem. Elektronica met ohmmeter op doorgang controleren, streefwaarde ca. 0 Ω.
Stuurrelais, startmotor	testlamp	4 en 5	ontsteking ingeschakeld, motor starten	testlamp brandt	onderbreking in kabeltros	Ontsteking uitschakelen. Leiding kl. 4 vanaf multistekker tot aansluiting stuurrelias kl. 50 met ohmmeter op doorgang controleren, streefwaarde ca. 0 Ω.
Stuurrelais, spannings toevoer	testlamp	9 en 5	ontsteking ingeschakeld, motor starten	testlamp brandt	onderbreking in kabeltros, stuurrelais defect	Ontsteking uitschakelen. Accu aansluitingen losnemen. Leiding kl. 9 vanaf multistekker naar stuurrelias kl. 87 en vanaf stuurrelais kl. 30 tot plus aansluiting van accu met ohmmeter op doorgang controleren, streefwaarde ca. 0 Ω. Wanneer testlamp nog steeds niet gaat branden, stuurrelais vervangen.
Massa eindtrap	Ohmmeter	13 en 5	ontsteking uitgeschakeld	ca. 0 Ω	kabeltros niet in orde (massa aansluiting)	Leiding kl. 13 vanaf multistekker tot massaklem eindtrap 2 en leiding kl. 5 naar massaklem. Elektronica 1 met ohmmeter op doorgang controleren.
Verstuivers	Ohmmeter	12 en 9	ontsteking uitgeschakeld	ca. 4 Ω	onderbreking in Kabeltros, defecte verstuiver	Leiding kl. 12 vanaf multistekker naar verstuivers alsmede naar toerentalrelais kl. 87 en kl. 9. In multistekker met ohmmeter op doorgang controleren. Elke verstuiver op doorgang testen. Streefwaarde 15 tot 19 Ω.
Gasklep schakelaar (stationair)	Ohmmeter	2 en 9	ontsteking uitgeschakeld, gaspendaal los	ca. 0 Ω	onderbreking Kabeltros of gasklep schakelaar defect	Leiding kl. 2 vanaf multistekker tot gasklepschakelaar kl. 2 en vanaf gasklepschakelaar kl. 9/4 tot multistekker kl. 9 met ohmmeter op doorgang controleren. Gasklepschakelaar afstellen.
			gaspendaal ingetrapt	∞ Ω
Gasklep schakelaar (vollast)	Ohmmeter	3 en 9	ontsteking uitgeschakeld, gaspendaal in vollast stand	ca. 0 Ω	onderbreking Kabeltros of gasklep schakelaar defect	Leiding kl. 3 vanaf multistekker tot gasklepschakelaar kl. 3 en vanaf gasklepschakelaar kl. 9/4 tot multistekker kl. 9 met ohmmeter op doorgang controleren.
Temperatuur opnemer 2	Ohmmeter	10 en 5	ontsteking uitgeschakeld	0°c = 4,8 tot 6,6 kΩ	onderbreking in Kabeltros, temperatuur opnemer defect	Leiding kl. 10 vanaf multistekker tot temperatuur opnemer kl. 10 en leiding kl. 38 vanaf temperatuur opnemer tot massaklem elektronica 1 op doorgang controleren, streefwaarde ca. 0 Ω.
				20°c = 2,2 tot 2,8 kΩ
				40°c = 1,0 tot 1,4 kΩ
				80°c = 270 tot 380 Ω
				100°c = ca. 200 Ω
Lucht hoeveelheids meter	Ohmmeter	8 en 9	ontsteking uitgeschakeld	160 tot 3300 Ω	kabeltros of lucht hoeveelheids meter defect	Leiding kl. 8 vanaf multistekker tot lucht hoeveelheids meter kl. 8 en leiding kl. 9 vanaf lucht hoeveelheids meter naar multistekker met ohmmeter op doorgang controleren, streefwaarde ca. 0 Ω.
		7 en 5	ontsteking uitgeschakeld	60 tot ca. 1000 Ω		Leiding kl. 7 vanaf multistekker tot lucht hoeveelheids meter kl. 7 en leiding kl. 40 tot multistekker kl. 5 op doorgang controleren, streefwaarde ca. 0 Ω.
Koude start ventiel en thermotijd schakelaar	Ohmmeter	4 en 5	leiding 57 van starter kl. 50 lostrekken. Na controle stekker weer aansluiten	boven 35°c ±3°c 50 tot 75 Ω	Onderbreking kabeltros c.q. koude start ventiel en thermotijd schakelaar achter elkaar vervangen totdat streefwaarde worden verkregen	Weerstand koudestart ventiel meten op kl. 29 en kl. 30, streefwaarde ca. 4 Ω bij 20°c.
				onder 35°c ±3°c 3 tot 5 Ω
Hulplucht regelaar	testlamp	26 en 9/2 op stekker van hulplucht regelaar	ontsteking ingeschakeld motor starten	testlamp brandt	onderbreking in kabeltros	Hulplucht regelaar met ohmmeter testen. Streefwaarde ca. 40 tot 75 Ω.